Mag men een bouwplan bij de beoordeling splitsen in een bouwve1gunningplichtig deel en een bouwvergunningsvrij deel? Het kan voorkomen dat een bouwaanvraag wordt ingediend waarvan onderdelen bouwvergunningsvrij zijn. De vraag doet zich voor hoe zo’n bouwplan beoordeeld moet worden: in zijn totaliteit of moeten de winkel huren amsterdam bouwvergunningsvrije delen worden ‘weggedacht’? Uit de behandeling van het wetsvoorstel tot wijziging van de herziene Woningwet blijkt dat, om een goede toets te kunnen verrichten, het plan in zijn totaliteit moet worden beoordeeld. De vergunning kan dan bijvoorbeeld geweigerd worden als het samenhangende bouwplan niet voldoet aan de technische eisen. Maar het is niet de bedoeling dat een vergunning wordt geweigerd alleen winkel huren schiphol omdat een bouwvergunningsvrij onderdeel niet aan de eisen voldoet, er zullen daarvoor dan meer weigeringsgronden moeten zijn. Als de bouwvergunning geweigerd kon worden alleen vanwege een probleem met een bouwvergunningsvrij onderdeel, zou de bouwer die het plan wil doorzetten daarin toch slagen door het bouwvergunningsvrije gedeelte van de aanvraag af te splitsen.
6.2 Bouwvergunningsvrij bouwen, bouwen na een lichte en na een reguliere bouwvergunning 231
Ad 2 Wa nneer is een bouwplan ‘een verandering van niet-ingrijpende aard aan een bestaand bouwwerk’ waarvoor geen bouwvergunning winkel huren leeuwarden nodig is? In het Bblv staat in art. 3 lid 1 onder k de ‘verandering van niet-ingrijpende aard aan een bestaand bouwwerk’. Daarvoor is dus geen bouwvergunning nodig. Voor de beoordeling van wat van niet-ingrijpende aard is, moet niet alleen het bouwtechnische aspect in aanmerking worden genomen, maar ook het stedenbouwkundige.
• Voorbeeld Burgemeester en wethouders van Hoorn hadden een aanzegging bestuursdwang laten uitgaan tot het verwijderen van een zonder bouwvergunning aangebrachte dubbele deur tussen twee winkelpanden. De aangeschrevene stelde dat er sprake was van een niet-ingrijpende verandering waarvoor geen bouwvergunning nodig was. In haar uitspraak bepaalde de Afdeling bestuursrechtspraak dat de wetsgeschiedenis van de Woningwet 1992 liet zien dat de gebezigde vage term ‘van niet-ingrijpende aard’ niet alleen in bouwkundige maar ook in stedenbouwkundige zin moet worden opgevat. Het bouwplan moet dus zowel bouwtechnisch als stedenbouwkundig niet-ingrijpend zijn om het zonder bouwvergunning te mogen realiseren. Voor het aanbrengen van de deuren was een bouwvergunning nodig. (ABRvS van 15 december 1994, nr. HOl .94.0028, BR 1995, blz. 218) In een andere uitspraak geeft de Afdeling nog wat uitleg over het stedenbouwkundige aspect: ‘Bij dat laatste aspect spelen zowel het planologische als het visuele effect dat de ter beoordeling staande verandering op de omgeving heeft een rol ( …) . Uit de stukken valt niet af te leiden dat burgemeester en wethouders zich uitsluitend hebben laten leiden door hun oordeel over de welstandsaspecten van het plan. Zij hebben met recht mede van belang geacht de omvang van de verandering, het feit dat het balkon wordt aangebracht aan een historisch pand en de omgeving waarin het pand is gelegen, die winkel huren groningen zich kenmerkt door de aanwezigheid van historische panden.’ (ABRvS 9 december 1999, AB 2000/169)
Een verbouwing waarbij welstandsaspecten aan de orde zijn, wordt al snel als ingrijpend aangemerkt.