In principe heeft de burger er recht op dat de overheid handhavend optreedt tegen overtreding van haar voorschriften: De Afdeling bestuursrechtspraak heeft als oordeel: ‘Indien door een belanghebbende derde uitdrukkelijk is verzocht 9m tegen de illegale situatie op te treden, kan van handhavend optreden alleen in bijzondere gevallen worden afgezien’ (ABRvS 6 april 1999, nr. H.01.98.1327). Zo’n bijzonder geval doet zich voor indien concreet zicht bestaat op kantoorruimte huren amsterdam legalisering op korte termijn van een geconstateerde illegale situatie. Toepassing van bestuursdwang is in deze situatie onredelijk.
Wanneer de overheid wordt geconfronteerd met een illegale situatie en afziet van het toepassen van bestuursdwang, gebeurt er in feite niets: de illegale situatie wordt gedoogd. Wanneer wordt verzocht om toepassing kantoorruimte huren schiphol van bestuursdwang en de overheid besluit bij een afweging van belangen expliciet ervan af te zien, wordt dit beschouwd als een actief gedogen. Vaak wordt er bij de overheid bewust en beleidsmatig gedoogd en geeft men gedoogbeschikkingen af. Tegen zo’n beschikking staan de normale rechtsbeschermingsmogelijkheden van de Awb open. . Passief gedogen is te beschouwen als een (impliciete) weigering om bestuursdwang toe kantoorruimte huren leeuwarden te passen. Op basis van de Awb is dit te beschouwen als een weigering om te beschikken. Aangezien zo’n weigering gelijkstaat met een be
118 3 Bestuursrecht algemeen
sluit, kan een belanghebbende tegen ‘het passief gedogen’ een bezwaarschrift indienen en in beroep gaan. De rechter zal het gedogen van de overheid toetsen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
•Voorbeeld Een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak illustreert enkele aspecten die verband houden met het toepassen van bestuursdwang. De casus was als volgt. Burgemeester en wethouders deelden mee dat zij onder nader aangegeven voorwaarden instemden met het plan van aanpak tot wijziging van een nertsenfokkerij en dat zij op grond daarvan zouden afzien van het nemen van handhavingsmaatregelen tot 1 januari 1997. De vraag was of de mededeling moest worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Awb strekkende tot het gedogen van de nertsenfokkerij. Naar kantoorruimte huren groningen het oordeel van de voorzitter bracht een redelijke lezing van het bestreden besluit met zich dat daarmee was beoogd weer te geven dat verweerders niet handhavend zouden optreden indien de 12-rijige stal tot 1 juli 1997 geheel en tussen 1 juli 1997 en 1 januari 1998 voor maximaal de helft in gebruik was voor de huisvesting van nertsen. In de enigszins onduidelijke formulering van het bestreden besluit zag de voorzitter op zich geen aanleiding een voorlopige voorziening te treffen. Niet in geschil was dat de voor de inrichting geldende vergunning van 1 februari 1988 niet voorzag in huisvesting van nertsen in de 12-rijige stal.