Begin twintigste eeuw werd een paard dat Slimme Hans heette een beroemdheid in Duitsland. Hans reisde langs Duitse steden en dorpen en gaf blijk van een opmerkelijke kennis van de Duitse taal en een nog opmerkelijkere beheersing van de rekenkunst. Als je Hans vroeg hoeveel vier keer drie was, stampte Hans twaalf keer met zijn hoef op de grond. Als je hem een opgeschreven som liet zien, bijvoorbeeld ‘Hoeveel is kantoor huren amsterdam twintig min elf?’, dan stampte Hans negen keer, met prijzenswaardige Pruisische precisie. In 1904 benoemde de Duitse onderwijsraad een speciale wetenschappelijke commissie onder leiding van een psycholoog om de zaak te onderzoeken. De dertien leden van de commissie -onder wie een circusdirecteur en een dierenarts -waren ervan overtuigd dat het bedrog moest zijn, maar wat ze ook deden, ze konden geen tekenen van oplichterij of trucs ontwaren. Zelfs toen Hans van zijn eigenaar werd gescheiden en bevraagd werd door wildvreemden, gaf Hans nog steeds bijna altijd het juiste antwoord. In 1907 begon de psycholoog Oskar Pfungst aan een nieuw onderzoek, waarin de waarheid uiteindelijk aan het licht kwam. Het bleek dat Hans de juiste antwoorden gaf door goed te letten op de lichaamstaal en gezichtsuitdrukkingen van zijn gesprekspartners. Als Hans de vraag kreeg hoeveel vier keer drie was, wist hij uit ervaring dat de mens verwachtte dat hij een x-aantal keer met zijn hoef op de grond zou tikken. Hij begon te stampen en hield de mens nauwlettend in het oog. Zodra Hans het juiste aantal tikken naderde, werd de mens steeds gespannener en als Hans het juiste aantal had bereikt, bereikte de spanning een hoogtepunt. Hans wist hoe hij dat moment kon herkennen aan de lichaamshouding en gezichtsuitdrukking van de mens. Hij hield op met kantoor huren leeuwarden stampen en zag de spanning plaatsmaken voor verbijstering of gelach. Dan wist Hans dat hij het goed had. Slimme Hans wordt vaak als voorbeeld gegeven van de manier waarop mensen abusievelijk dieren kunnen vermenselijken en veel grotere vermogens aan ze toeschrijven dan ze eigenlijk hebben. Maar in wezen is de les juist omgekeerd. Dit verhaal toont aan dat wij, als we dieren vermenselijken, de dierlijke cognitie meestal juist onderschatten en de unieke vermogens van andere wezens negeren. Hans was niet bepaald een rekenwonder. Een achtjarig kind kon het beter. Maar in zijn vermogen om de emoties en intenties van mensen af te lezen uit hun lichaamstaal was Hans een waar genie.