Organisatie-ethiek is een bezinning op hoe organisaties behoren te handelen, aldus Kimman. Het handelen van een organisatie is een ander soort handelen dan het handelen van een vrij individu. Natuurlijk zijn het binnen de kantoorruimte huren amsterdam organisatie altijd de individuen die handelingen uitvoeren waarvoor ze een bepaalde verantwoordelijkheid dragen. Er is bijna altijd sprake van een gedeelde verantwoordelijkheid tussen organisatielid en organisatie. Binnen hun organisatie handelen ze immers als functionarissen binnen kantoorruimte huren schiphol voorgeschreven taakgebieden. Alle functionarissen dragen bij aan een uitkomst waarover de organisatie zeggenschap heeft. De individuele bijdragen zijn soms verwaarloosbaar klein, maar de vele bijdragen brengen iets tot stand waarin de individuele bijdrage niet of nauwelijks meer herkenbaar is. Meestal is het de organisatie die aansprakelijk is voor een dergelijke uitkomst.
De organisatie-ethiek staat in nauwe relatie tot de essentie van het organiseren: het verdelen, afstemmen op elkaar en uitvoeren van taken die het bereiken van kantoorruimte huren leeuwarden een bepaald doel dienen. De organisatie-ethiek kan toegepast worden bij de formulering van het doel van de organisatie, van de middelen die gebruikt worden, van een verdeling en uitvoering van taken en ook van de integriteit van de controle op de uitvoering. Wat gebeurt er als we hier investeren en elders desinvesteren, hier mensen ontslaan en in het lagelonenland mensen aanstellen? Veel managers weten wel dat er zaken in de bedrijfsvoering zijn die niet kloppen. Ethische bezinning moet dan behulpzaam (kunnen) zijn om de morele legitimatie te vinden om daar wat aan te doen en tot beslissingen te komen. Dan zal men (volgens Kimman) kunnen spreken van ‘behoorlijk management’.
De laatste jaren valt op dat meer en meer ethiek en moraliteit in vraagstukken van kantoorruimte huren groningen verantwoordelijk handelen expliciet aan de orde komen. De Brent-Spar-affaire lijkt bijvoorbeeld bij Shell voor een doorbraak te hebben gezorgd in het denken en doen van dit bedrijf. Als ‘responsible corporate citizen’ zijn vanuit Shell wijzigingen in opvattingen over het werken in ontwikkelingslanden (bijvoorbeeld in Nigeria) en ten aanzien van milieu en andere maatschappelijke vraagstukken opvallend te noemen. Shell-managers (overigens bijvoorbeeld ook bij BP en Akzo Nobel) worden in hun handelen inmiddels zelfs getoetst aan een gedragscode (een ‘code of conduct’). Tal van ondernemingen hebben inmiddels een mooi vormgegeven boekje met ‘corporate values’. Maar biedt zo’n code ook houvast in moeilijke situaties? In hoeverre is de gedragscode werkelijk een gids7