De ratio Initia

De term Dt in de volgende vergelijking kan staan voor de uitstaande schuld op tijdstip t. Dat impliceert flexplek huren amsterdam dat de schuld op dat moment afgelost kan en mag worden. De term Dt wordt daarom ook wel geschreven als de contante waarde van de toekomstige flexplek huren schiphol aflossingsverplichtingen (DS) tegen de rente op de lening (rn) zoals weergegeven in: HOOFDSTUK 6 – SPECIALE ONDERWERPEN 1 71 Ook voor de LLCR en de PLCR wordt een gemiddelde of een minimum waarde gebruikt. Voor de LLCR wordt een minimum waarde aangehouden van 1,5 voor projecten met een beperkt risico. Voor projecten met een zeer hoog risico kan de LLCR oplopen tot 2,0 of zelfs 2,75. Hoewel de PLCR de kasstromen over een lange periode in beschouwing neemt, is het niet zo dat de geëiste PLCR lager is dan LLCR. Door een verhoogd risico over een langere periode en de kans op nabetalingen aan het eind van het project is de geëiste PLCR minstens gelijk aan de LLCR en vaak hoger. Een LLCR kleiner dan 1 kan mogelijk nog opgevangen flexplek huren leeuwarden worden uit het project. Bij een PLCR van kleiner dan 1 is dit niet meer mogelijk. Cash Flow Available for Debt Services (CADS) Hierboven zijn we steeds uitgegaan van de netto vrije kasstroom van een project. Voor de berekening van kengetallen van een senior debt kunnen we deze kasstroom gebruiken. Voor flexplek huren groningen achtergestelde leningen is het echter relevant hoeveel van de kasstroom nog beschikbaar is nadat aan de schuldverplichtingen van de eerste leningen is voldaan. De CADS wordt dan gebruikt in plaats van de totale netto vrije kasstroom (NCF). Voor een senior debt is de CADS gelijk aan de netto kasstroom. Loan-to-Value (LTV) De LTV is de maximale verhouding tussen het geïnvesteerde vreemde vermogen (VV1) en de marktwaarde van de onderpanden. In het meeste gunstig geval is die waarde gelijk aan het totaal geïnvesteerde vermogen (VV1 plus EV1) in een tijdvak. De ratio Initia! Loan-to-Value (ILTV) geeft die verhouding weer aan het begin van een lening. marktwaarde0 VVa + EVa De marktwaarde van de onderpanden kan variëren. Op het moment dat de waarde van het onderpand daalt, stijgt de LTV en zijn de verliezen voor de aandeelhouders. Voor de marktwaarde kunnen we ook de DCF-waarde op tijdstip t nemen: de resterende kasstromen contant gemaakt tegen de rendementseis. De LTV kan sterk variëren over de looptijd van de lening. Bij 100% financiering is de LTV gelijk aan 1. Geldverstrekkers zullen eisen stellen aan de afbouw van de LTV en aflossingsverplichtingen om de LTV gedurende een bepaalde periode terug te brengen tot een lagere waarde om zo hun risico te verkleinen