Flexibele huur van kantoor in Amsterdam

1. Besturingsproducten:
1.1. Beleidsvlak / strategisch niveau
1.1.1 Strategisch voorraadbeleid (langetermijnhuisvestingsplan – visie)

Omschrijving:
Strategisch voorraadbeleid dan wel huisvestingsplannen:
– omgevingsanalyse;
– scenarioplanning;
– portfolioanalyse.

Functie:
De strategie van de organisatie wordt vertaald naar vastgoedvraagstukken.

1.1.2. VastgoedRisico-Inventarisatie (VRI)
Omschrijving:
De huidige situatie met betrekking tot vastgoed wordt in kaart gebracht en vergeleken met het niveau waar het op basis van wet- en regelgeving minimaal aan moet voldoen. Intern kunnen er eventueel extra eisen worden gesteld om het vastgoed beter te laten aansluiten bij de behoeften/doelstellingen van de organisatie.
Functie:
De huidige werkelijke staat van flexibele kantoorruimte Amsterdam het vastgoed wordt vergeleken met de gewenste kwali¬teit. Wet- en regelgeving markeren hierbij het absolute minimumniveau.

1.1.3. Audit Omschrijving:
Controle op het uitgevoerde werk naar effectiviteit en efficiëntie.
Functie:
De dingen die moeten gebeuren goed te doen.

1.1.4. Benchmarking Omschrijving:
Prestaties van de eigen organisatie spiegelen aan die van vergelijkbare bedrijven om op het spoor te komen van processen die kunnen worden verbeterd.

Functie:
De eigen organisatie in prestatie scherp te houden.

kantoor huren
kantoor huren
1.     Beschrijf het proces met betrekking tot de uitvoering van het onderhoud.

2.     Welke aanbestedingsvormen kent u? Beschrijf deze in het kort.

3.     Op welke wijze wordt de controle van het uitgevoerde onderhoudswerk gecontro­leerd?

4.     Waaraan moet u denken bij de oplevering van (onderhouds)werk?

5.     Waarom is het evalueren van uitgevoerd werk belangrijk?

6.     Gegeven: begroot 110 voordeuren worden geplaatst voor € 750 per stuk, en geplaatst 115 voordeuren, die per stuk € 700 hebben gekost. Totaal is er € 2.000 minder besteed dan begroot. Verklaar het verschil ten aanzien van hoeveelheden en prijs.

7.     Wat is een vastgoeddossier?

8.     Wat is een prestatiecontract?

9.     Welke werkzaamheden komen in aanmerking voor uitbesteding middels prestatie­contracten en welke niet?

10.  Wanneer is er sprake van een win-winsituatie voor opdrachtgevende en opdracht- nemende partijen?

11.  Wat zijn de voordelen van prestatiecontracten voor de opdrachtgever?

12.  Wat zijn de nadelen van prestatiecontracten voor de opdrachtgever?

13.  Wat zijn de voordelen van prestatiecontracten voor de uitvoerende partij?

14.  Wat zijn de nadelen van prestatiecontracten voor de uitvoerende partij?

15.  Wat zijn de kritische succesfactoren voor het uitvoeren van werken op basis van prestatiecontracten?

1.    Managementcyclus

1.     Beschrijf de managementcyclus.

2.     Geef een opsomming van besturingsproducten en beschrijf deze kort.

3.     Beschrijf hoe inhoud kan worden gegeven aan beleidsverificatie.

4.     Waarom is kennismanagement belangrijk?

5.     Beschrijf het generieke vastgoedmanagementmodel.

6.     Welk belang hecht u aan de automatisering van het vastgoedmanagementproces? Wat zijn volgens u de voor- en nadelen van automatisering? Hoever moet automa­tisering naar uw mening gaan?

2.    Huisvestingsmanagement

1.    Wat verstaan we onder CREM?

2.     Beschrijf de verhouding vastgoedmanagement versus general management.

3.     Wat wordt bedoeld met ‘de managementopgave staat centraal’?

4.     Wat is de strategische waarde van huisvesting?

5.     Wat wordt bedoeld met huisvesting als maatpak?

6.     Wat wordt bedoeld met strategische aangrijpingspunten voor beleid en hoe wer­ken deze door op huisvesting?

7.     Welke invloed hebben organisatiestructuren op huisvesting?

8.     Welke invloed hebben coördinatiemechanismen op huisvesting?

9.     Wat is de invloed van technologie op huisvesting?

10.  Hoe wordt de organisatiecultuur vertaald naar huisvesting?